Hoe kan ik zien wat een oude viool waard is?

Is de Stradivarius die ik boven op zolder heb gevonden echt? Om deze vraag te beantwoorden hoef je geen expert te zijn. De kans dat het om een echte Stradivarius gaat is wel zo ontzettend klein. De waarde van een oude viool vaststellen is echter vele malen lastiger. Hiervoor heb je specifieke kennis nodig en moet je vele duizenden oude instrumenten onder ogen hebben gehad.
Zelf ben ik verre van een expert. Wel kan ik een aantal dingen noemen waar experts op letten en naar kijken als ze de waarde en herkomst van een viool vaststellen. Veel van deze dingen zijn lastig te duiden en zitten vooral in het hoofd; hoe meer authentieke violen experts in handen hebben gehad, hoe meer kenmerken ze kunnen terughalen om de instrumenten te identificeren.
Voor velen misschien een verassing. Het etiket in de viool is het laatste waar een taxateur naar zal kijken. Het kan de uiteindelijke bevestiging zijn van de kenmerken die de expert terug ziet in de viool. Maar veel vaker zal dit niet het geval zijn. Zo veel violen hebben valse labels dat een etiket op zich zelf helemaal niets zegt.
Een makkelijke manier om een simpele studieviool van een meesterviool te onderscheiden is door te kijken naar de krul. Bij meesterviolen is de krul veelal fijn en verzorgd, soms met een individuele stijl. Bij oude, eenvoudige studieviolen is de krul daarentegen grof afgewerkt; de windingen in de krul lopen niet mooi en de zogenaamde ‘fluting’ aan de voorzijde en achterzijde van de krul zijn niet geheel en precies uitgegutst (zie foto’s).

links een groffe krul, rechts een fijne krul

Waar kun je nog meer op letten:

  • inleg; zoals het woord al zegt wordt deze ‘ingelegd’. Bij goedkope violen wil deze nog wel eens opgeschilderd zijn. Ook is in de hoeken vaak goed de kwaliteit te zien; loopt de inleg strak, zijn de verhoudingen goed en is de ‘bee-sting’ in de hoekpunten scherp en nauwkeurig. Ook aan de kleur en dikte van de inleg kunnen experts iets zeggen over de herkomst van het
    instrument.

  • vlamming in het hout van het achterblad. Zit er een mooie tijgerprint in het achterblad. Dan is het waarschijnlijk geen simpele fabrieksviool

links een sterke ‘'tijgerprint’' (vlamming) in het achterblad en rechts niet

  • lak; voor eenvoudige violen wordt vaak een hardere (spiritus)lak gebruikt. De droogtijd hiervan is korter en dit is daarom sneller voor de productie. Voor betere violen wordt over het algemeen een (zachtere) olielak gebruikt. Verschillende scholen gebruiken verschillende laksamenstellingen, brengen de lak op verschillende manieren aan en hebben voorkeuren voor kenmerkende kleurcombinaties.

  • toets; is deze niet van ebbenhout (maar van lichter hout) dan gaat het waarschijnlijk om een hele eenvoudige viool.

  • hals; heeft de viool een nieuwe hals gekregen dan kan dit er op wijzen dat het om een oude (authentieke) viool gaat. Vanaf ongeveer 1800 worden violen met een langere hals gebouwd. Oude violen van voor deze tijd zijn later ‘verhalst’. Ook bij oude violen vaak te zien; verbuste sleutelgaten. Deze kostbare reparatie wordt vaak alleen gedaan als de viool het waard is.

bovenstaande vioolkrul is verhalst en de gaten zijn verbust

Zoals gezegd hoe meer violen je onder ogen krijgt hoe makkelijker het wordt om kenmerken te onderscheiden en violen toe te schrijven aan een bepaalde school of streek. Wellicht dat je al wat kenmerken gaat ontdekken als je kijkt naar de violen op onze site!

Lees hier de blog Hoe kan ik zien wat een oude strijkstok waard is?