Is je viool nog in goede conditie? Check even op de belangrijkste punten.

1. Staat de kam nog goed?

De kam is een los onderdeel en wordt door de spanning op de snaren tegen het bovenblad gedrukt. Het is belangrijk dat de kam loodrecht op het bovenblad staat (zie foto). Buigt de kam te ver naar achteren of naar voren dan kun je proberen deze voorzichtig weer terug te zetten. Haal wel de spanning wat van de snaren zodat de kam te bewegen is. Daarna kun je de snaren weer afstemmen. Door het spannen van de snaren zal de kam iets naar voren getrokken worden (in de richting van de krul). Het is daarom handig om de kam iets achterover neer te zetten als vertreksituatie bij het stemmen. De kam komt dan na afstemmen ongeveer loodrecht te staan. De kam moet verder precies ter hoogte van de twee binnenste inkepingen van de F-gaten staan. Door in het verlengde van de hals naar de kam te kijken kun je ook checken of de kam goed in het midden tussen de F-gaten staat. Het verlengde van de toets loopt in dit geval over in de weerszijden van de kam.

positie van de kam

loodrechte positie van de kam

2. Staat de stapel nog op de juiste plek?      

De stapel is het ‘stokje’ in de viool dat geklemd zit tussen het onderblad en het bovenblad. Als het goed is staat deze net achter het rechterpootje van de kam. De stapel moet loodrecht tussen het onderblad en bovenblad staan. Als de stapel scheef staat (kijk door het rechter F-gat van de viool) is het beste om deze weer recht te laten zetten. De stapel beïnvloedt namelijk de klank en zorgt er ook voor dat de krachten en spanning van de snaren en kam goed verdeelt worden zodat het bovenblad niet scheurt.  

3. Zijn de snaren nog goed?

Bij oude snaren kan het gebeuren dat de omwikkeling los laat of beschadigd raakt. Het is dan tijd om een nieuwe snaar op je viool te zetten. Lees hier hoe dat moet. Door de groefjes van de kam en het kielhoutje (bij de krul) wat met potlood in te smeren (grafiet) zorg je ervoor dat de snaren soepel kunnen bewegen en voorkom je dat ze snel gaan rafelen. Dit bevordert de levensduur van de snaren. Check ook even of de snaren nog goed bevestigd zitten bij het staartstuk en de stemsleutels.  

4. Draaien de stemsleutels nog soepel?

Als de sleutels niet meer goed draaien kun je het volgende doen. Hebben de sleutels weinig grip meer en schieten ze makkelijk los smeer ze dan in met speciale ‘schroevenzeep’ (te koop bij de vioolbouwer). Dit zorgt er voor dat de schroef beter pakt. Zitten ze juist te vast dan kan schroevenzeep ook helpen, maar is ook het inzepen van de sleutels (met gewone zeep) een prima oplossing. Zijn de sleutels al heel oud en een beetje trompetvormig geworden dan is het tijd voor nieuwe sleutels. 

5. Zitten alle randen nog vast?

Door temperatuurwisselingen en verandering van de luchtvochtigheid wil het wel eens gebeuren dat de randen van de viool (daar waar de bladen op de krans gelijmd zijn) los laten. Dit is op zich helemaal niet erg, maar het is wel verstandig om deze weer vast te laten lijmen. De vioolbouwer gebruikt hiervoor speciale beenderlijm.