Vijf factoren die de de klank van de viool bepalen

1. De lak

De receptuur van de lak is een van de grote geheimen van de oude Italiaanse meesters. De lak heeft in eerste instantie een beschermende functie, maar is ook van invloed op de klank. In principe is hoe minder lak hoe beter. Want hoe vrijer de bladen kunnen trillen. Belangrijk is dat het hout goed wordt voorbehandeld waardoor de lak niet in het hout trekt. De lak zelf moet elastisch zijn waardoor de bladen vrij kunnen blijven bewegen.

2. Welving en dikte van het voor- en achterblad

Heel bepalend is de zogenaamde welving van het voor- en achterblad. Deze vorm bepaald de kleur en het volume van de klank. Een hoge welving zorgt voor een warm, donker en mild geluid. Met een vlakkere welving kan een krachtige, solistische klank verkregen worden. Zie hieronder de welving van de bladen bij een oude Franse viool. De welving is relatief hoog.

Ook de dikte van de bladen is belangrijk. Dit gaat om tiende van millimeters en het blad is niet overal even dik. De uiteindelijke dikte wordt afgestemd op de sterkte van het hout en de vorm van de welving. De bouwer zal dit toetsen door te kijken of de juiste 'modussen' (resonanties) in het blad zijn terug te vinden. 

Franse viool Nicolas Aines, rond 1800

Franse viool Nicolas Aines, rond 1800


3. Vorm van de viool

Hoewel de vorm van de viool sinds Amati in de 16e eeuw niet meer fundamenteel gewijzigd is hebben sommige vioolbouwers wel kleine wijzigingen aangebracht. De meest succesvolle heeft Stradivarius gedaan. Zelfs binnen de violen van Stradivarius zijn verschillen te zien. In  zijn gouden periode (na 1700) werd de vorm iets groter waardoor het volume en de resonantie, vooral in de lage tonen, toenam. 

4. Gebruikte hout

Het geluid komt uit het hout. Hoewel het type hout dat gebruikt wordt in 99 procent van de gevallen hetzelfde is (vuren voor het voorblad en esdoorn voor het achterblad) kan de kwaliteit sterk variëren. Zachter hout zorgt voor een milde, rijke klankkleur. Hard hout voor een scherpere klank. 

5. Kam, stapel en snaren

En, last but not least, de afstelling van de viool. Dit is niet alleen van belang voor het spelcomfort, maar ook voor de klank. Bouwers kunnen hier nog enigszins mee spelen om de klank van de viool te optimaliseren naar de wens van de violist. Voor de kam geldt bijvoorbeeld dat een viool met dunne bladen juist een wat forsere kam nodig heeft en andersom. Voor een overzicht van verschillende snaren en hun klankkleuren zie ook mijn blog ‘’Hoe vind ik de juiste snaar’’.



algemene infoDonald Vons